Even dachten we dat we in de verte een grote witte stad zagen. We zagen paleizen en kathedralen en herenhuizen met hoge puntdaken, die waren omringd door een muur met glinsterende torens. In werkelijkheid waren het honderden immense ijsbergen die de horizon van noord tot zuid opvulden. Toen we dichterbij kwamen brak de muur van ijs open en tussen de grote bergen lagen velden vol schotsen en kleinere ijsbrokken. We hadden nog tien mijl te gaan tot Ilulissat aan de mond van de Jakobshavn Isfjord, maar konden niet verder. De Isfjord is de grootste gletscher aan de westkust van Groenland en de baarmoeder van alle ijsbergen in de Atlantische Oceaan.
EvenWe probeerden de rand van het ijsveld te volgen, in de hoop een doorgang te vinden naar de kust. Verschillende keren voeren we een doodlopende inham in en moesten snel rechtsomkeert maken om niet door het ijs te worden ingesloten.
We waren ‘s morgens vroeg uit Aasiaat vertrokken in de hoop de Disko Baai in één dag over te steken, maar het was al lang avond voor we iets vonden dat op bevaarbaar water leek. Het was erg stil tussen de ijsbergen. Er was geen wind en geen deining en nergens een vogel. We hoorden alleen af en toe gekraak en gerommel van vallend ijs, als een grote berg in tweeën brak. We voeren heel langzaam en moesten voortdurend met bootshaken naar het voordek om brokken ijs aan de kant te duwen. De zon schoof urenlang met ons mee op de horizon. Tegen middernacht ging hij even onder, maar het werd niet donker en even later kwam hij al weer op, in het noordnoordoosten. We zagen één ander schip, een houten, helder rood geschilderde vissersboot met een ronde achtersteven. Hij volgde een andere geul door het ijs. Zoals alle Groenlandse schepen was zijn waterlijn beschermd met metalen platen en hij schoot beter op dan wij. Hij botste en beukte tegen het ijs en we zagen hem af en toe als een rood knipperlicht tussen de ijsbergen te voorschijn komen.
De vaargeul naar de haven van Ilulissat is erg smal en vaak door ijsbergen geblokkeerd. De rode vissersboot slaagde er in om binnen te komen, maar wij waren bang dat we opgesloten zouden worden en gingen voor anker in een baai ten noorden van het dorp. De ankerplaats was open naar het zuiden en het westen, maar er was weinig wind en het water was spiegelglad. De ijsbergen van de Disko Baai werken als een immens havenhoofd. Er komt geen golf doorheen. Twee grote bergen waren aan de noordkant van de inham aan de grond gelopen. Om ons heen dreven talloze kleinere stukken ijs die ons af en toe zachtjes aanstootten.
We vielen in slaap zodra we goed en wel voor anker waren en het kacheltje brandde. Toen we wakker werden was al het losse ijs dat om ons heen lag door het tij weggesleept.
We zeilden door de Ata Sont naar de Eqi gletscher op zeventig graden noorderbreedte. We gingen op veilige afstand van de gletscher voor anker en roeiden in de dinghy naar de plek waar in 1950 een Franse expeditie geologisch onderzoek had gedaan. Ze hebben er een hut achtergelaten en een met steenhopen gemarkeerd spoor dat langs de gletscher omhoog leidt naar de grote ijskap die bijna heel Groenland bedekt. De beklimming begon in met mos en licheen bedekte heuvels, die na een paar uur plaats maakten voor een kaal en somber landschap van rotspieken, velden vol losse kiezel, tin-kleurige modder en sneeuw. Het was al avond toen we de ijskap bereikten. We keken verbijsterd naar de golvende, onafzienbare woestijn van grijswit ijs en rilden in de koude wind die onafgebroken over de vijfhonderd kilometer brede ijsvlakte kwam aanwaaien.
Je kunt daar alleen kamperen met speciale uitrusting en die hadden we niet. We moesten terug naar beneden en naar de boot. Het was middernacht, maar niet donker en we waren ook niet moe, hoewel we meer dan twaalf uur over rotsen en ijs hadden geklommen. Het onafgebroken licht gaf ons extra energie. We roeiden terug naar de boot, rond statige ijsbergen die met ons mee leken te draaien, door het vlakke, doodstille water van de Sont, die werd begrensd door drie gletschers en een brede kiezelvallei, onder dunne wolkenstrepen die felrood waren doordat de zon zo laag stond, en we hadden het gevoel dat we voor eeuwig door zouden kunnen gaan.
In werkelijkheid hadden we niet veel tijd meer. We moesten voor de septemberstormen de overtocht onveilig maakten terug zijn in Newfoundland. Maar ik had al heimwee naar het Hoge Noorden voor ik er was vertrokken.
Wilt u mij uitnodigen voor een lezing of optreden? Neem contact op met mijn literair agent Dorine Holman. Zij kan u nader informeren over de mogelijkheden.