Toen we naar de Bahama's zeilden waren de kinderen elf en dertien. Ze zaten natuurlijk gewoon op school, maar in Amerika is het onderwijs op een unieke manier geregeld. Landelijke examens bestaan niet, er is geen ministerie dat toezicht houdt, alles gebeurt op plaatselijk niveau. Er zijn bovendien talloze particuliere scholen die zich van geen enkele inspectie iets aantrekken.
Nico en Jana zaten op de openbare gemeenteschool. Op advies van de directeur belde ik het kantoor van de wethouder en vertelde dat we een tijdje weg gingen.
'Hoe lang?' vroeg hij.
'Minstens een jaar,' zei ik.
'En waar gaat u naar toe?'
'Eerst naar Florida, en dan naar de Bahama's.'
'Dus u verlaat onze gemeente?'
'Ja.'
'In dat geval bestaan wat ons betreft uw kinderen niet meer. Als ze terugkomen zullen ze een toelatingsexamen moeten doen om te kijken in welke klas ze thuishoren.'
Er is in Amerika wel leer-, maar geen schoolplicht. Je mag je kinderen rustig thuis lesgeven en als je daarvoor kiest, ben je geen uitzondering. Er zitten naar schatting anderhalf miljoen kinderen op 'home school.' De meesten komen uit streng religieuze gezinnen, die de openbare school goddeloos vinden en geen geld hebben voor een particulier alternatief. Maar de 'home school' is ook een uitkomst voor zeilers met schoolgaande kinderen.
Als je zelf geen onderwijzer bent is het idee dat je je eigen kinderen les moet geven een beetje intimiderend, maar in de praktijk valt het organiseren van een bootschool enorm mee. Elke fatsoenlijke boekwinkel heeft een kast vol zelfstudie-gidsen voor mensen die zich op eigen houtje voorbereiden op staats- en toelatingsexamens. De onderwerpen variëren van algebra tot Hebreeuws en biologie tot vaderlandse geschiedenis. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een test. Het enige dat ik hoefde te doen was de antwoorden, die achterin stonden, eruit knippen en de proefwerken nakijken.
Het mooie van een bootschool is dat je afgezien van verplichte nummers zoals talen en wiskunde, kunt onderwijzen wat je wilt. Wij bestudeerden elke vis, schelp en kreeft die we vingen, verdiepten ons in de identificatie van dolfijnen in Florida, de ruimtevaart toen we langs het Kennedy Space Center op Cape Canaveral zeilden en een space shuttle zagen opstijgen, de natuurlijke historie van haaien en mangroven, de geologie van de Bahama's, en tijdens het avondeten lazen we De avonturen van Huckleberry Finn, Macbeth, de Odyssee, de goede boeken van de Bijbel (Genesis, Samuël, Marcus) en Robert Graves' The Use and Abuse of the English Language.
We hadden een eenvoudige afspraak: school begint 's morgens vroeg. Als we op zee zijn en het is een beetje zwaar weer, hoef je niet te studeren. Aan de andere kant schaffen we het weekend af. Je doet elke dag drie verplichte hoofdstukken. Daarna ben je vrij.
De kinderen werkten in de kajuit zonder toezicht van ons. Ze waren altijd in twee en een half à drie uur klaar. Daarna verdwenen ze in de dinghy. Ze gingen naar het strand, of snorkelen en vissen met onze Hawaiian sling, een drietand die je met een dik elastiek afschiet. Als ze andere bootkinderen ontmoetten - en dat was in de Bahama's bijna op elk eiland het geval - zagen we ze pas tegen de avond terug.
Wij keken de proefwerken en de opstellen na. Het zag er allemaal redelijk goed uit, maar we wilden ook weten wat de kinderen zelf van onze bootschool vonden. Dus hielden we een evaluatie. Ze hadden maar één verzoek: meer zelfstandigheid.
'Als ik in een echte algebra-bui ben,' zei Nico, 'wil ik er mee doorgaan, en niet na één hoofdstuk overstappen naar Engels.'
'We weten precies hoeveel hoofdstukken er in elk boek staan,' zei Jana. 'We kunnen zelf ook wel uitrekenen hoeveel we moeten doen om aan het eind van het jaar klaar te zijn.'
Vanaf die dag maakten ze hun eigen lesprogramma, dat ze elke morgen op een papiertje bij ons inleverden.
Toen de kinderen terugkwamen op hun oude school moesten ze toelatingsexamen doen. De resultaten waren vernietigend, voor de school. Hoewel Jana en Nico minder dan de helft van de tijd aan schoolwerk hadden besteed dan hun klasgenoten, konden ze allebei een jaar overslaan in algebra, Jana ook in Frans, en Nico hoefde helemaal geen meetkunde meer te doen.
Ze hebben tijdens hun jaar op de boot ook dingen geleerd die op het programma van geen enkele school staan en misschien in hun latere leven niet zo vreselijk nuttig zullen zijn: zeilen op een oude sloep, vissen in de Golfstroom, aanleggen met een dwarswind, olie van een dieselmotor verversen, voor anker gaan in water met wisselende stroming, knoeien met epoxy, een koers bepalen met kaartpasser en parallel-linealen. Maar ze hebben ook de onafhankelijkheid en vrijheid ervaren die de essentie zijn van een lange zeiltocht.
Wilt u mij uitnodigen voor een lezing of optreden? Neem contact op met mijn literair agent Dorine Holman. Zij kan u nader informeren over de mogelijkheden.