Over

Over Geert van der Kolk

Intro

Geert van der Kolk werd geboren in een wederopbouw-wijk in Velsen-Noord. Hij deed het gymnasium in Apeldoorn en geschiedenis aan de universiteit in Utrecht. Hij studeerde ook enige tijd aan Lomonosov universiteit in Moskou en deed historisch onderzoek in Oost-Berlijn. In 1981, toen de hervormingsbeweging Solidariteit in Polen de communistische autoriteiten uitdaagde, werkte hij in Warschau als correspondent van Vrij Nederland en Het Parool.

Van der Kolk ontving een Fulbright Fellowship om aan Princeton University in de Verenigde Staten te studeren. In Princeton schreef hij zijn eerste korte verhalen, die werden geplaatst in het literaire tijdschrift Maatstaf. Zijn eerste boek, de verhalenbundel De nieuwe stad, verscheen in 1987 bij Uitgeverij Veen. Intussen werkte hij in Washington als Amerika-correspondent van Het Parool. Voor die krant maakte hij ook reportage-reizen naar Mexico en de burgeroorlog in El Salvador.

Meer korte verhalen werden geplaatst in Maatstaf, De Revisor, Hollands Maandblad en Tirade en verzameld in de bundels Klein Amerika, De bokser en andere verhalen en De dansers. Van der Kolks eerste roman Käte Jahn, die is geïnspireerd op zijn avonturen in Oost-Berlijn, verscheen in 1991, in de jaren daarna gevolgd door de romans De lachende hond en Twee geheimen.

Van der Kolk is een ervaren zeezeiler en heeft tochten gemaakt naar de Bahama's, Bermuda, de Maagdeneilanden, Haïti, Cuba, Newfoundland, Labrador en Groenland. Deze avonturen lagen aan de basis van de romans De smokkelaar van de Exuma’s, Noordtij, De waterverkoper en Telegram voor Mecánico, en de verhalenbundel De drang naar zee. Hij was columnist van het maandblad Zeilen.

Een bundel Amerikaanse verhalen verscheen in 2007 (De gekken van Tenakee) en een dik boek met de beste verhalen uit alle vorige bundels in 2014 (Op drift geraakt). Daarna maakte Van der Kolk een zwerftocht door Oost-Afrika ter voorbereiding van de roman De oogst is voorbij, en een tocht door West-Papoea voor de roman De witte reiger.

Geert van der Kolk is getrouwd en woont met zijn vrouw  in Parijs. Ze hebben twee volwassen kinderen. Eind 2019 verscheen de roman De jongens, geïnspireerd op zijn gymnasium-tijd in Apeldoorn.


“'Soms lees je een roman of verhaal, en als je het uit hebt, word je overvallen door een gevoel van mededogen voor de hele mensheid. Héél even is je alles helder: dat iedereen ook maar met de beste bedoelingen probeert te leven, dat het altijd jammerlijk mislukt, en dat die gedeelde tragiek prachtig is. Dat gevoel roepen de verhalen van Geert van der Kolk op.”

Persis Bekkering in de Volkskrant    


“Een ontluisterend verhaal. Wie nog een droom had over ontwikkelingshulp moet na het lezen van deze roman genezen zijn.”

Danielle Serdijn in de Volkskrant over 'De oogst is voorbij'

Share by: